Familieleden in het Ests

Naaste familieleden in het Ests

Nederlands	Ests
vrouw in het Ests	naine (naise, naist, naisi)
man in het Ests	mees (mehe, meest, mehi)
moeder in het Ests	ema (ema, ema, emasid)
vader in het Ests	isa (isa, isa, isasid)
dochter in het Ests	tütar (tütre, tütart, tütreid)
zoon in het Ests	poeg (poja, poega, poegi)
grootvader in het Ests	vanaisa (vanaisa, vanaisa, vanaisasid)
grootvader in het Ests	vanaisa (vanaisa, vanaisa, vanaisasid)
grote broer in het Ests	suur vend (suure venna, suurt venda, suuri vendi)
broertje in het Ests	väike vend (väikse venna, väikest venda, väikeseid vendi)
grote zus in het Ests	suur õde (suure õe, suurt õde, suuri õdesid)
zusje in het Ests	väike õde (väikse õe, väikest õde, väikeseid õdesid)

Nederlands

Ests

vrouw in het Ests

naine (naise, naist, naisi)

man in het Ests

mees (mehe, meest, mehi)

moeder in het Ests

ema (ema, ema, emasid)

vader in het Ests

isa (isa, isa, isasid)

dochter in het Ests

tütar (tütre, tütart, tütreid)

zoon in het Ests

poeg (poja, poega, poegi)

grootvader in het Ests

vanaisa (vanaisa, vanaisa, vanaisasid)

grootvader in het Ests

vanaisa (vanaisa, vanaisa, vanaisasid)

grote broer in het Ests

suur vend (suure venna, suurt venda, suuri vendi)

broertje in het Ests

väike vend (väikse venna, väikest venda, väikeseid vendi)

grote zus in het Ests

suur õde (suure õe, suurt õde, suuri õdesid)

zusje in het Ests

väike õde (väikse õe, väikest õde, väikeseid õdesid)

Uitgebreide familieleden in het Ests

Nederlands	Ests
tante in het Ests	tädi (tädi, tädi, tädisid)
oom in het Ests	onu (onu, onu, onusid)
neef in het Ests	nõbu (nõbu, nõbu, nõbusid)
nicht in het Ests	nõbu (nõbu, nõbu, nõbusid)
nichtje in het Ests	vennatütar/õetütar (vennatütre/õetütre, vennatütart/õetütart, vennatütreid/õetütreid)
neefje in het Ests	vennapoeg/õepoeg (vennapoja/õepoja, vennapoega/õepoega, vennapoegi/õepoegi)
kleinzoon in het Ests	tütrepoeg/pojapoeg (tütrepoja/pojapoja, tütrepoega/pojapoega, tütrepoegi/pojapoegi)
kleindochter in het Ests	tütretütar/pojatütar (tütretütre/pojatütre, tütretütart/pojatütart, tütretütreid/pojatütreid)

Nederlands

Ests

tante in het Ests

tädi (tädi, tädi, tädisid)

oom in het Ests

onu (onu, onu, onusid)

neef in het Ests

nõbu (nõbu, nõbu, nõbusid)

nicht in het Ests

nõbu (nõbu, nõbu, nõbusid)

nichtje in het Ests

vennatütar/õetütar (vennatütre/õetütre, vennatütart/õetütart, vennatütreid/õetütreid)

neefje in het Ests

vennapoeg/õepoeg (vennapoja/õepoja, vennapoega/õepoega, vennapoegi/õepoegi)

kleinzoon in het Ests

tütrepoeg/pojapoeg (tütrepoja/pojapoja, tütrepoega/pojapoega, tütrepoegi/pojapoegi)

kleindochter in het Ests

tütretütar/pojatütar (tütretütre/pojatütre, tütretütart/pojatütart, tütretütreid/pojatütreid)

Overige familiegerelateerde Estse woorden

Nederlands	Ests
schoondochter in het Ests	minia (minia, miniat, miniaid)
schoonzoon in het Ests	väimees (väimehe, väimeest, väimehi)
zwager in het Ests	naisevend/mehevend (naisevenna/mehevenna, naisevenda/mehevenda, naisevendi/mehevendi)
schoonzus in het Ests	naiseõde/meheõde (naiseõe/meheõe, naiseõde/meheõde, naiseõdesid/meheõdesid)
schoonvader in het Ests	äi (äia, äia, äiasid)
schoonmoeder in het Ests	ämm (ämma, ämma, ämmasid)
ouders in het Ests	vanemad (vanema, vanemat, vanemaid)
schoonouders in het Ests	äi ja ämm (äia ja ämma, äia ja ämma, äiasid ja ämmasid)
broers en zussen in het Ests	õed-vennad (õe-venna, õde-venda, õdesid-vendasid)
stiefvader in het Ests	kasuisa (kasuisa, kasuisa, kasuisasid)
stiefmoeder in het Ests	kasuema (kasuema, kasuema, kasuemasid)
stiefdochter in het Ests	kasutütar (kasutütre, kasutütart, kasutütreid)
stiefzoon in het Ests	kasupoeg (kasupoja, kasupoega, kasupoegi)

Nederlands

Ests

schoondochter in het Ests

minia (minia, miniat, miniaid)

schoonzoon in het Ests

väimees (väimehe, väimeest, väimehi)

zwager in het Ests

naisevend/mehevend (naisevenna/mehevenna, naisevenda/mehevenda, naisevendi/mehevendi)

schoonzus in het Ests

naiseõde/meheõde (naiseõe/meheõe, naiseõde/meheõde, naiseõdesid/meheõdesid)

schoonvader in het Ests

äi (äia, äia, äiasid)

schoonmoeder in het Ests

ämm (ämma, ämma, ämmasid)

ouders in het Ests

vanemad (vanema, vanemat, vanemaid)

schoonouders in het Ests

äi ja ämm (äia ja ämma, äia ja ämma, äiasid ja ämmasid)

broers en zussen in het Ests

õed-vennad (õe-venna, õde-venda, õdesid-vendasid)

stiefvader in het Ests

kasuisa (kasuisa, kasuisa, kasuisasid)

stiefmoeder in het Ests

kasuema (kasuema, kasuema, kasuemasid)

stiefdochter in het Ests

kasutütar (kasutütre, kasutütart, kasutütreid)

stiefzoon in het Ests

kasupoeg (kasupoja, kasupoega, kasupoegi)

Downloaden als PDF

Vocabulaireboeken Ests

Leer Ests - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Dit boek bevat een reeks woordenlijsten met 2000 van de meest voorkomende woorden en zinnen, gerangschikt op basis van hun voorkomen in dagelijks taalgebruik. Dit vocabulaireboek volgt de 80/20-regel: het zorgt ervoor dat u eerst de belangrijkste woorden en zinsstructuren leert om u te helpen snel vooruitgang te boeken en gemotiveerd te blijven.

Meer Informatie

Ests vocabulaireboek

Dit vocabulaireboek bevat meer dan 3000 Estse woorden en zinnen die zijn gesorteerd per onderwerp, zodat u eenvoudig kunt kiezen wat u eerst wilt leren. Bovendien bevat de tweede helft van het boek twee indexsecties die als basiswoordenboeken kunnen worden gebruikt om woorden in een van de twee talen op te zoeken. De 3 onderdelen samen vormen een geweldige informatiebron voor cursisten van alle niveaus.

Meer Informatie

Familieleden in het Ests

Naaste familieleden in het Ests

Uitgebreide familieleden in het Ests

Overige familiegerelateerde Estse woorden

Vocabulaireboeken Ests

Leer Ests - Snel / Gemakkelijk / Efficiënt

Ests vocabulaireboek

Flashcards Ests

Gratis Estse Flashcards

Gratis Leermaterialen